Position paper Ellen Mensink - Tweede Kamer

Ellen Mensink – Oprichter | CEO – 9 maart 2023
1. De markt wil geen circulaire mode
2. Gebrek concrete ervaring met de circulaire mode
3. Green washing - en – meten is weten
4. Het belang van het lokale upcyclen van textiel
5. UPV – en de verantwoordelijkheid vd producent
De markt heeft geen behoefte aan circulair textiel
Circulair textiel is impactvol maar complex. Er is een gigantische berg met verschillende reststromen die op een effectieve, hoogwaardige en kostenefficiënte manier verwerkt moeten worden tot nieuwe producten. Grote producenten en internationale merken investeren echter liever niet in circulair textiel. Het heeft organisatie en keten brede gevolgen en het eindproduct heeft een negatieve associatie in termen van kwaliteit. Men zoekt simpele, grootschalige oplossingen & lage kosten per product; hetgeen de fast fashion in stand houdt. De daadwerkelijke innovatie moet komen van het MKB en disruptieve bedrijven.
Er wordt veel onderzocht, geschreven en besloten over circulair textiel en er zijn heel veel kleine projecten. Maar er is nauwelijks tot geen concrete ervaring met materialen, processen en ketenbrede productie van circulair mode. Productontwikkeling is duur, omdat testen in een industriële setting moeten plaatsvinden. Er wordt te weinig geïnvesteerd en er is te weinig financiering beschikbaar voor keten brede product, systeem- & procesinnovatie; de grote uitdaging is van circulair textiel. De versnippering van de gelden en de administratieve belasting (in tijd en geld) van het vinden van financiering en organiseren van subsidies is te hoog voor MKB en staan niet in verhouding tot de urgentie van het probleem en de enorme opgave die er ligt.
Tegenwoordig wordt de term circulaire en duurzame mode & textiel overal voor gebruikt. De consument ziet door de bomen het bos niet meer en koplopers kunnen zich nauwelijks meer onderscheiden. Er is dringend wetgeving & beleid en financiering nodig voor het ontwikkelen en implementeren materialen paspoorten, het tracen van grondstoffen en het daadwerkelijk meten van duurzaamheid. En het voeren van effectieve communicatie over wat echt impactvol is.
Op dit moment wordt met name voorin de keten geld verdiend door gemeenten – via hun aanbestedingsbeleid - de inzamelaars en de export van 2e hands kleding. Waarbij de essentie van ons probleem naar het buitenland wordt ge-exporteerd. De huidige lokale sortering voor 2e hands kleding komt daarmee in de knel. Omdat de verhouding 2e hands kleding – waar de business case initieel op moet rondkomen - versus de reststroom laagwaardige reststromen steeds negatiever uitpakt. Dit betekent dat er meer geld moet naar het innovatief lokaal & regionaal sorteren, vervezelen en verwerken van deze reststromen/grondstoffen tot nieuwe circulaire half- en eindproducten. Daar zit de uitdaging voor circulaire mode en tevens het economische potentieel voor Nederland om hierin te excelleren en nieuwe bedrijven en arbeidsplaatsen te realiseren.
De nieuwe UPV-wetgeving is in de basis goed en stimuleert het gebruik van post consumer textiel. Echter de huidige operationele uitvoering van de UPV neigt naar het centraal ontzorgen van merken door een centrale belangenpartij en het in stand houden van het huidige aanbestedingsbeleid via gemeenten. Wij pleiten ervoor dat het bedrag dat bedrijven/merken moeten betalen - per kg geïmporteerd kleding - via onafhankelijke organisaties wordt ingezet ten behoeve van bovengenoemde support & innovatie op het gebied van circulaire mode & textiel. Daarbij zou gestimuleerd moeten worden dat merken zich actief verantwoordelijk voelen voor hun reststromen, met als doel om daar weer producten van te maken voor binnen hun eigen collectie.